Omgaan met vertrouwelijkheid voor vertrouwenspersonen

Er bestaat voor vertrouwenspersonen niet een wettelijk verschoningsrecht zoals dat bij artsen, notarissen, advocaten, geestelijke e.d. het geval is. In sommige gevallen kan/moet dus van de geheimhouding worden afgeweken zoals dat hieronder beschreven staat.

  1. De vertrouwenspersoon gaat een vertrouwensrelatie aan met de klaagster/klager of andere personen die een beroep om haar/hem doen of tot wie zij/hij zicht richt. Daarom belooft de vertrouwenspersoon alle betrokkenen vertrouwelijkheid van hetgeen haar/hem bij de uitoefening van haar/zijn functie als vertrouwenspersoon ter kennis komt.
  2. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk als de klaagster/klager of andere persoon/personen schriftelijk toestemming geven tot het doorbreken van deze belofte tot vertrouwelijkheid, of wanneer zeer dringende redenen aanwezig zijn, zoals in 3 omschreven.
  3. Bij het ontbreken van schriftelijke toestemming van de betrokken persoon om informatie aan derden te verstrekken kan de vertrouwenspersoon zich pas ontheven achten van de belofte tot vertrouwelijkheid indien tenminste voldaan is aan de zes hieronder genoemde voorwaarden.
  • Indien er een strafbaar feit is gepleegd en de politie (via de Officier van Justitie) om gegevens vraagt of indien een arbeidsconflict vanwege ongewenste omgangsvormen bij de rechter terecht komt.
  • Vertrouwenspersonen in o.a. het onderwijs die geconfronteerd met andere regels over vertrouwelijkheid en zelfs een meldplicht hebben als het om het vermoeden van een zedenmisdrijf gaat ten aanzien van minderjarigen.
  • De vertrouwenspersoon verkeert in gewetensnood door het handhaven van de vertrouwelijkheid.
  • Er is geen andere weg dan doorbreking van de vertrouwelijkheid om het probleem op te lossen.
  • Het is vrijwel zeker dat het niet-doorbreken van de vertrouwelijkheid voor betrokkenen of voor derden aanwijsbare en ernstige schade en/of gevaar zal opleveren.
  • De vertrouwenspersoon is er vrijwel zeker van dat de doorbreking van de vertrouwelijkheid die schade aan betrokkenen of anderen in belangrijke mate zal voorkomen of beperken.
  1. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, zal de vertrouwenspersoon haar/zijn redenen om de vertrouwelijkheid te doorbreken met een ter zake kundige partij bespreken alvorens de vertrouwelijkheid te doorbreken.
  2. De vertrouwenspersoon brengt betrokkenen op de hoogte van het voornemen de vertrouwelijkheid te doorbreken alvorens dit daadwerkelijk te doen.
  3. Indien het doorbreken van de vertrouwelijkheid dit noodzakelijk maakt, verwijst de vertrouwenspersoon betrokkene onverwijld naar een andere vertrouwenspersoon en/of andere instantie